Authentiek waar het kan en luxe waar je dat nodig hebt. Dat is het verrassend toegankelijk bakhuisje van Inge en Coen in een notendop. Tijdens de coronacrisis toverden ze het schattige bakhuisje op hun boerderij om tot een heerlijk vakantiehuisje om vanuit te werken. Ik mag het een midweek komen testen, een kans die ik met beide handen aangrijp. Ik ben wel toe aan een paar dagen verandering van omgeving.
Bij het begrip tiny house denk je al snel aan een duurzaam houten huisje op wielen in het groen. Maar mag je een klein bakstenen huisje ook een tiny house noemen? Van mij wel, zeker dit bakstenen huisje dat op een (niet meer operationele) boerderij staat en al eeuwen oud is. Want dan is hergebruik juist een duurzame keuze. Het is natuurlijk niet verplaatsbaar, wat een huisje op wielen wel is. Maar als je op zoek bent naar een klein, duurzaam huisje waar je kunt verblijven en werken, dan past dit huisje van 19 m² er prima tussen.
Mooie mix van authentieke details en luxe
Als ik aankom op maandag mag ik na een kopje thee het huisje bewonderen. Het huisje is net zo schattig als op de foto’s. Oorspronkelijk was het een vrijstaand huisje, maar nu is de ruimte tussen het huisje en de boerderij opgevuld door de badkamer. De voordeur komt uit in de moestuin van Inge en Coen. De ramen kijken uit op de voortuin en de omliggende groene omgeving, waardoor je een gevoel van privacy hebt. Daar heb je een klein zitje.
Het voelt als the best of both worlds. De slaap-woonkamer is het bakhuisje zelf en is bijna te kneuterig voor woorden: door de oude balken en bakstenen zie je de oorspronkelijke functie van de ruimte nog terug. Ook het kleine fornuisje heeft nog een prominente plek. Tegelijkertijd is de aangebouwde badkamer heerlijk modern en van alle gemakken voorzien. Vooral de lichtstraten in de keuken en badkamer vind ik bijzonder. En de internetverbinding is met 300+ MBs hier sneller dan thuis.
Met hun social enterprise Rehab Academy bieden de verhuurders mensen met een niet-aangeboren fysieke beperking de mogelijkheid om in groepsverband te werken aan hun dromen. Ze helpen vooral mensen met een dwarslaesie, amputatie of hersenletsel. Daarom is het huisje met oog voor toegankelijkheid verbouwd.
Ik vind het knap gedaan: de toegankelijkheid gaat niet ten koste van de knusheid van het huisje. Sterker nog, ze bewijzen wat mij betreft de stelling ‘wat fijn is voor mensen met een beperking is fijn voor iedereen’. Ik zou bijvoorbeeld zo kunnen wennen aan een klapdeur naar het toilet waarna het licht automatisch aanspringt. En in plaats van een tapijt waar je over kunt struikelen, bestaat de vloer uit verschillende gekleurde vlakken.
Vintage werkplek met uitzicht op groen
Was het een eeuw geleden nog de boerin die in dit huisje zwoegde en zweette om brood te maken voor man en kinderen, nu is het mijn beurt om productief te zijn. Direct na aankomst op maandag gaat mijn laptop dus open en installeer ik me aan het antieke bureautje. De tafel oogt klein, maar als ik het vaasje verplaats, heb ik voldoende ruimte om mijn werk te doen. Ik moet alleen wennen aan het feit dat er een laatje onder zit, waardoor ik mijn benen niet zo creatief kan opvouwen als ik thuis doe.
Op mijn verzoek heeft Inge een van de keukenstoelen vervangen door een bureaustoel. Ook deze is vintage. Ik vraag me af hoe makkelijk je hem in hoogte verstelt, maar dat blijkt niet nodig. Hij heeft de perfecte hoogte voor mij. Ik ben deze avond verrassend productief.
Ik was nieuwsgierig naar de kitchenette, zoals het keukentje op Airbnb genoemd wordt. Voor een tiny house is het een prima keukentje. De kookplaat heeft twee pitjes. De koelkast is niet groot, maar groot genoeg als je met één persoon bent en niet de hele week wil koken. Voor koffieliefhebbers is het wellicht goed te weten dat er alleen een slow-koffie-setje is. Er is ook geen oven. Voor mij geen probleem.
Wandelvergaderen met een collega
Dinsdag word ik wakker van het zonnetje dat door de lichtstraat schijnt. 🌞 Goedemorgen. Ik besluit niet op bed te blijven liggen met de iPad, wat normaal mijn gewoonte is in het eerste uur na ontwaken. Ik douche me in de heerlijke douche en ga buiten lezen. Het boek ‘Morele Ambitie’ van Rutger Bregman lag al een tijdje klaar om aan te beginnen, maar thuis gun ik me die tijd niet.
Om 13:00 uur heb ik afgesproken met collega Ilse die in de omgeving woont. Want ook dat is het voordeel van een workation. Het geeft mij de kans om weer eens andere collega’s live te ontmoeten en die Teamsvergadering in te ruilen voor een wandelvergadering. Hoe lekker is dat? Overigens bleek ‘in de buurt’ een relatief begrip. Vanuit Kampen deed Ilse er toch nog drie kwartier over.
Tijdens onze wandelvergadering zien we dat verschillende buren producten van eigen land aan de weg aanbieden, zoals eieren van eigen kippen en jam van eigen fruitbomen. Dat leidt tot een heerlijke brainstorm over hoe je mensen die gebruikmaken van een tiny house kunt nudgen om regelmatig te bewegen. Ons idee: laat de thuiswerkers inloggen in een app die een seintje geeft als je een uur achter elkaar werkt, en dan een tip uit de omgeving geeft. Een mooie wandelroute, of zoals in dit geval de tip om eieren te kopen bij de buren voor een eitje bij de lunch. We vragen ons af: is dat té ‘big brother is watching you’ of juist precies dat schopje onder je kont dat je nodig hebt?
Luchtkastelen bouwen
Op woensdag bezoek ik op aanraden van Coen het Museum De Proefkolonie, op nog geen 4 kilometer afstand. Daar startte Johannes van den Bosch 2 eeuwen geleden de Koloniën van Weldadigheid.
Johannes had grootse plannen om de armoede en werkloosheid in Nederland aan te pakken. Als proef plaatste hij 52 boerderijtjes om arme stedelingen de kans te geven zelfvoorzienend te worden. Het project groeide snel uit en leidde tot de oprichting van meerdere zelfvoorzienende dorpen, waar de kinderen verplicht naar school gingen en er een eigen ziekenfonds was. Met de sociale voorzieningen liep de Maatschappij van Weldadigheid 80 jaar vooruit op de rest van Nederland en wordt daarmee beschouwd als het begin van onze verzorgingsstaat.
Een aantal kleine huisjes op het platteland om te werken en te wonen. Ik zie een duidelijke rode draad tussen het plan van Johannes en die van mij. Ik droom namelijk van parkjes met tiny houses voor thuiswerkers bij boerderijen. Ondanks zijn bedenkelijke achtergrond (hij was voor de start van het project koloniaal-bestuurder in Nederlands-Indië), lijkt Johannes een van de eerste sociaal ondernemers. Om een maatschappelijk probleem op te lossen, zette hij niet in op liefdadigheid, maar wilde met een innovatieve oplossing werken aan zelfredzaamheid. Het is tof om in het museum te zien hoe hij die eerste jaren pionierde.
Al slenterend langs de bordjes, valt mijn oog op deze uitspraak waar ik om moet glimlachen:
"Sommige lieden noemen mijn plannen kasteelen in de lucht. Dat mag best zijn, maar laat mij maar. Terwijl men ze bouwd is men tog gelukkig."
Ook ik hoor regelmatig over alle beren op de weg die tussen mij en mijn stip op de horizon staan. Beren die er vast (soms) ook echt zullen zijn. Of ik mijn ideaalplaatje ga bereiken, weet ik ook echt nog niet. Maar dat is niet erg. Terwijl ik eraan werk, geeft het me energie. Johannes en ik zijn het eens: ook als de uiteindelijke doelen niet volledig worden bereikt, kan de poging om iets positiefs te veranderen al betekenisvol en waardevol zijn.
Geweldig huisje voor thuiswerkers
Op donderdagmiddag is het alweer tijd om naar huis te vertrekken. Deze midweek deed me goed. Ik heb me thuis gevoeld en heb nieuwe inspiratie opgedaan. Hoewel ik andere werkgevers graag wil beloven dat werknemers in een tiny house met fijne werkplek productiever zijn, besef ik dat ik dat deze keer niet de hele week ben geweest. Maar ik realiseer me ook: productief zijn is niet mijn uitdaging. Op tijd ontspannen is dat wel, en daar draagt een midweek als deze zeker aan bij. Wat op lange termijn juist zorgt voor meer energie.
Kortom, ik kan maar één conclusie trekken: het toegankelijk bakhuisje van Coen en Inge is een aanrader!